Let the body decide, not the mind Michel Butter en zijn intrinsieke motivatie om te presteren

Scroll this

Twaalf trainingen per week, waarvan meer dan de helft solitair. Een maand in Kenia, terwijl je dochter thuis haar eerste stapjes zet. En thuis in Nederland, vijf weken in een hoogtetent op zolder slapen. Dan moet de intrinsieke motivatie wel ijzersterk zijn.

Topatleet Michel Butter vecht al vijftien jaar zonder concessies. Ook na zijn verplichte uitstap door een heupblessure op het WK van 2013 in Moskou. En óók nadat vorig jaar zijn Olympische droom uiteenspatte in het ijskoude en drijfnatte Amsterdam. Hier haalde hij de veelbesproken tijdslimiet van 2.11 niet, hij miste acht seconden. Dit jaar richt hij al zijn pijlen op Rotterdam. ‘Daar heb ik nog unfinished business te doen,’ zegt de 31-jarige topatleet.’ Michel staat derde in de Nederlandse marathonranglijst allertijden, samen met Gerard Nijboer en Kamiel Maase.

Rotterdam

In 2013, na zijn 2.09 in 2012 in Amsterdam, dacht hij een volgende stap te maken in Rotterdam maar dat pakte niet goed uit. In 2015 maakte hij zijn come back na blessureleed. ‘Ik liep naar wens, maar was nog niet op niveau’. Blessures teisterden hem in 2016. Michel: ‘Dus Rotterdam is absoluut unfinished business. Ik wil daar gewoon heel graag iets moois laten zien. Alles draait dit jaar dan ook om de Coolsingel. In Amsterdam heb ik mijn tijd staan, nu wil ik ook in Rotterdam goed lopen want naast Amsterdam is dit dé Nederlandse marathon van wereldniveau, een marathon met allure.’

Toekomst

Na Rotterdam ga ik door. Een volgende grote marathon, misschien New York, Londen of Boston, bij voorkeur races met het Golden Label. Ook zijn lange termijn doelen staan vast: een medaille op het EK in Berlijn en de Olympische Spelen van Tokyo in 2020. ‘Want met mijn prestaties hoor ik thuis op de Spelen,’ zegt de 31-jarige sportman uit Castricum feitelijk zonder een greintje arrogantie.

2.10

Maar waar komt dat vuur, die passie, die innerlijke drive vandaan? ‘Ik heb gewoon een sterke behoefte om steeds beter, sneller en harder te willen lopen. Ik streef continue naar perfectie. Ik wil zolang mogelijk die volledige concentratie vasthouden die ik nodig heb tijdens een race. Ik wil mijn grenzen verkennen en vooral verleggen, en presteren op grote podiums. En ja, dat is in Rotterdam in april het liefst onder de 2.10. Een 2.12 of 2.13 gaat het niet worden, maar of het 2.09 of 2.10 wordt, kan ik pas aan het einde van de race zeggen.’
“Butter gaat in Rotterdam onder de 2.10” zoals overal gekopt wordt, klopt dus niet helemaal? ‘Ja en nee’. Michel legt uit: ‘Natuurlijk wil ik graag onder die 2.10 duiken, maar ik stel niet te hoge verwachtingen aan mezelf. Natuurlijk stap ik elke dag uit bed om keihard te trainen maar ik klamp me niet te veel vast aan die tijd. Ik heb door de jaren heen geleerd dat het geen zin heeft om je vast te pinnen, dan ga je forceren, alles analyseren en finish je uiteindelijk niet goed. Je moet gewoon arbeid verrichten, je voorbereidingen doen en je lichaam een beetje laten ontdekken. Ik laat me niet beperken door mijn mind. Let the body decide, not the mind.’
Dit leerde Michel onder andere vanuit de mindfulness. ‘Ik heb me een tijd verdiept in haptonomie en leerde hier mijn lichaam te voelen, bijvoorbeeld wat een pijntje is. En zo kwam ik ook bij mindfulness, dit heeft me enorm geholpen mijn aandacht volledig te richten, te focussen. Dat gaat nu automatisch en zonder veel moeite. Heel soms als ik druk ben in mijn hoofd, pas ik het nog bewust toe. En voor een wedstrijd is het natuurlijk één en al leeg maken, aandacht richten en mezelf op scherp stellen. De laatste weken voor een belangrijke race keer ik ook steeds meer naar binnen, ben ik steeds meer gefocust op de grote dag. Ik ben dan thuis nog wel aanwezig, maar doe veel op de automatische piloot.’

Vader & student

Michel is in april 2016 vader geworden van zijn dochtertje Milou. Hij maakte de afweging om Rotterdam of Londen te gaan lopen en dan niet bij de bevalling te zijn. ‘Zulke beslissingen nemen we natuurlijk samen. Mijn vriendin Inge stond achter me. Maar onder andere door het advies van mijn coach (red. Guido Hartensveld) die me wees op de impact van zo’n gebeurtenis, besloot ik thuis te blijven. Vanaf de geboorte zei ik tegen Milou: ‘Luister papa heeft zijn nachtrust hard nodig, dus jij gaat wel doorslapen hè?’, grapt Michel. ‘We hebben geluk, ze slaapt heel goed. En Inge neemt de nachtzorg sowieso op zich, ik kan die fysieke rust niet missen.’
Michel is in februari teruggekomen van zijn hoogtestage in Kenia. Terug in Nederland ging hij vijf weken de hoogtetent in. ‘Er past een tweepersoonsbed in en een nachtkastje. Maar dat ding staat op zolder waar ik er alleen in slaap. Want ik ga al om 19.30 naar bed. Dat is wel ongezellig ja, maar slapen doe je toch met je ogen dicht,’ lacht hij. ‘Ik kan wel uitkijken naar een lange vakantie met mijn gezin, maar ik denk nog niet aan stoppen hoor. En als ik stop, dan ga ik toch weer 100% ergens anders voor, dat zit nu eenmaal in me.’ Zijn universitaire scriptie Human Recources heeft hij wel even in de ijskast gezet, ‘daar besteedde ik tot voor kort ook nog zo’n 15 a 20 uur in de week aan. Ik wil eens een tijdje proberen wat het verschil is als ik me daar niet meer op hoef te richten.’

Onbevangen

‘Kenianen hebben een natuurlijk ontspanning over zich. Zij luisteren extreem goed naar hun lichaam. Dat inspireert me. Hetzelfde geldt een beetje voor Marti ten Kate. Hij had ook zo’n soort onbevangenheid over zich. Hij ging gewoon lekker lopen en deed verder niet te moeilijk. Het was toen misschien allemaal nog wat speelser, je trainde –vaak naast je werk- zoveel mogelijk. Nu lijkt topsport veel meer op een echt beroep, we zijn de onbevangenheid een beetje kwijt geraakt. Begrijp me niet verkeerd, ik wil en streef zelf ook naar perfectie, maar ik denk dat je moet oppassen dat je niet te berekenend wordt. Natuurlijk moet ik alles plannen in mijn dagelijkse leven en slim trainen, maar tijdens het lopen is het óók goed om even aan te voelen hoe mijn lijf voelt. Structuur met ruimte voor speelsheid. Moet ik een stap terug doen, of juist wat extra geven. Datzelfde geldt op de dag van elke grote race.’

Geschreven door: Esther Vliege, Hoofdredacteur Run2Day Magazine.