Het is niet voor niets dat ik ieder jaar weer voor Rotterdam kies als voorjaarsmarathon. Ik houd van die stad. Een van de voornaamste redenen is dat het in Rotterdam meer dan goed hardlopen is. Er zijn namelijk genoeg routes te verzinnen die niet tot nauwelijks gaan vervelen. Echter, verandering van spijs doet eten. En verandering van omgeving doet lopen.
Nu de duurlopen die op het programma staan steeds langer worden, is het fijn eens ergens anders te lopen. Onbekend terrein zorgt er namelijk voor dat ik me voornamelijk bezig houd met lopen en niet met randzaken. Wanneer ik mijn gebruikelijke routes loop weet ik precies waar ik zit en hoeveel ik ongeveer nog moet. En dat kan nog wel eens demotiverend werken.
Afgelopen weken had ik twee wedstrijden ingepland als langere duurlopen. Dat werkt voor mij erg goed, die lange afstanden heb je dan gelopen voordat je er erg in hebt. Zo’n twee jaar geleden trainde ik de langere duurlopen voornamelijk in wedstrijdvorm. Erg leuk, maar niet heel verstandig om iedere twee weken een halve marathon volle bak te lopen. Van opbouw is namelijk haast geen sprake, je piekt te vroeg, en het lichaam krijgt te weinig tijd om te herstellen.
Ik voel me sterk, het loopt lekker en vervolgens gaat er dan toch wat mis.
De keuze is bewust gemaakt voor twee uiteenlopende evenementen. Het ene weekend de 25 km tijdens de Petzl Nighttrail en het weekend erop de 30 km tijdens de Groet Uit Schoorl.
Waarom ga je in voorbereiding op een marathon een trail doen en ook nog eens in het donker? Grotere kans op blessures zou je wellicht denken. Ja, je zou zo een vervelende misstap kunnen maken. Nee, de ondergrond is veel zachter en de benen worden veel minder eenzijdig belast. Maar bovenal is trailen erg leuk en zorgt het ervoor, doordat het echt een ander soort lopen is, dat de kilometers voorbij vliegen. Verder zorgt het klimelement ervoor dat het een pittige training is voor je inhoud, en de duisternis voor een speciale ervaring zo met je hoofdlampje op, zoekend naar de pijlen die je de goede richting op sturen.
Mijn voorbereiding is verre van ideaal als je kijkt naar de hoeveelheid rust die ik de week voor de Nighttrail heb gehad. Maar soms heb je het niet helemaal in de hand. De zondag ervoor liep ik namelijk nog een 25 kilometer duurloop met een groep die ik train. Vervolgens moest ik toevallig iedere avond training geven. Vrijdag was het dan eindelijk een dag niet lopen, maar wel koopavond draaien. Zaterdagochtend wel weer training geven en vervolgens aansluitend een mooie drukke dag in de winkel werken. Dat klinkt niet als een uitgebalanceerde week, toch?
Het plan is samen met Eric Brommert (eigenaar Run2Day Rotterdam) te lopen. De ervaring van mijn collega is groot, zowel op de weg als op trailgebied vele malen groter dan dat van mij. Qua snelheid denken we dat we aardig gelijk op te kunnen. Al na een paar kilometer blijkt dat het goed werkt tussen Eric en mij. Ik kan de eerste kilometers al een aardig tempo draaien en Eric volgt met gemak. Hierna volgt een mooie afwisseling aan kop. Zo wisselen we elkaar af, dan trekt Eric weer een aardig tempo door en dan neem ik weer over. Het blijft goed opletten of je de goede kant op gaat, en dat doe ik niet altijd waardoor we een aantal keren bijna verkeerd lopen. Ik voel me sterk, het loopt lekker en vervolgens gaat er dan toch wat mis.
Waar ik sinds de zomer vooral mee bezig ben, is proberen in mijn ontspanning te blijven lopen. Ik irriteer me snel aan anderen, maar vooral aan mezelf. Ik ben dan met randzaken bezig en nauwelijks met lopen. Dat gaat ten koste van mijn snelheid. Dus het is zaak dat te veranderen. Dat gaat me goed af de laatste tijd. Tijdens de Nighttrail ga ik dan toch weer lichtjes de fout in. We raken in de staart van de 15km, die logischerwijs een wat hard lopen. En over het algemeen lopen daar ook mensen die er veel plezier in hebben waarbij het om de ervaring gaat. Keuvelend de heuvels op en keuvelend op je gemak die heuvels weer af. Wanneer ik al dalend een aantal keer bijna in botsing kom, begin ik me toch bezig te houden met andere zaken dan het lopen. De achterliggende reden is dat de vermoeidheid ongemerkt toch begint toe te slaan. Op 18 km vraagt Eric of ik een gelletje wil en daar ga ik ook de fout in.
Ik denk namelijk dat ik me sterk voel en dat qua maag het ook geen goed plan is een gelletje te nemen. Een dikke twee km verder blijkt dat ik dat beter wel had kunnen doen. Het venijn zit hem als zo vaak in de staart en in de laatste 5 km zit het echte klimwerk. De eerste echt zware klim heb ik het gevoel dat ik stil sta en zie ik Eric met een lichte tred al snel bij me weg lopen. In de afdalingen die volgen denk ik Eric nog bij te kunnen halen omdat ik in de verte toch echt een groen shirt zie, die ik stukje bij beetje aan het bijhalen ben. Wanneer ik echter zo dichtbij ben dat ik iets meer kan waarnemen, blijkt het niet Eric te zijn. Op dit moment vindt er een berusting plaats en besluit ik de race af te maken op mijn eigen tempo en laat ik deillusie varen Eric bij te halen. Hierdoor weet ik dan toch weer de ontspanning te vinden en dat in het lastigste stuk van het parcours. Uiteindelijk finish ik in 02:07:36, een dikke twee minuten achter Eric.
Een aantal jaren geleden zag ik een filmpje voorbij komen van Michel Butter al trainend in de duinen van Schoorl. Niet alleen de tempo’s die hij in dat filmpje draait maakte indruk maar zeker ook de omgeving.
Sinds ik een dochtertje heb ik probeer ik wat minder wedstrijden te lopen. En nog belangrijker, ik probeer ze allemaal in de buurt van Rotterdam te doen, er zijn er namelijk genoeg. Het probleem van al die andere leuke loopjes door heel Nederland is dat je al gauw een hele dag kwijt bent. Voor de Groet Uit Schoorl maak ik echter meer dan graag een uitzondering. Helaas heb ik nog nooit de kans gehad om deze te lopen. Een aantal jaren geleden zag ik een filmpje voorbij komen van Michel Butter al trainend in de duinen van Schoorl. Niet alleen de tempo’s die hij in dat filmpje draait maakte indruk maar zeker ook de omgeving.
Afgelopen zondag was het dan eindelijk zover. En soms… hoe ervaren je ook denkt te zijn, maak je dan toch weer een beginnersfout. Van te voren denk je wel in te kunnen schatten hoe lang de reis naar het evenement gaat duren. En meestal klopt dat ook, maar nu met de pendelbus en het stukje lopen naar de sporthal, realiseren we ons opeens dat we wel verdacht weinig tijd hebben om ons om te kleden, de tas bij de garderobe te droppen en naar de start te lopen. Het voordeel is dat dat stukje lopen naar de start gelijk kan fungeren als warm lopen.
Wanneer ik die laatste kilometers in ga, word ik ingehaald door een jongen die ik een paar honderd meter kan bijhouden, daarna moet ik hem toch laten gaan. Hij pikt dit niet en zegt dat ik aan moet haken.
Al met al staan we dan prima op tijd in het startvak. Na wat minuten klinkt het startschot. Mijn vaste loopmaatje Erik wil deze loop gebruiken als laatste lange duurloop voor de marathon van Tokyo en hij heeft een plan. Dit blijkt een wat rustigere start te zijn, waarin we de eerste 10 km wat rustiger lopen en per 10km de pace gaan verhogen. Al gauw blijkt dat dat wat lastig is in een parcours als deze. De fout die ik tijdens de Petzl Nighttrail maakte, wil ik niet nogmaals maken en op aanraden van mijn collega Eric neem ik op 9 km al mijn eerste gel. Op dat moment loopt het toevallig ook net wat naar beneden wat het makkelijker maakt de gel tot je te nemen. So far so good, het lukt me aardig tempo te houden.
Het allerbelangrijkste is dat ik zeer ontspannen loop ondanks de zwaarte van het parcours en de weersomstandigheden. Laat mij maar vechten tegen de elementen. Een beetje wind, regen en kou doen mij eerder goed dan kwaad. Onderweg merk ik op hoe mooi de omgeving is en dat dat echt wel veel scheelt. Een paar kilometer verderop is het doorbijten, het is niet meer beschut en de wind voelt alsof hij pal tegen is.
Op dit soort momenten zul je altijd zien dat je alleen loopt, en dat een groepje dat je uit de wind kan houden net te ver van je vandaan loopt. Toch maar bijten en aan dat tempo trekken. We zijn hier immers met een missie, en dat is onder de 02:10 lopen. Op het moment dat je dan eindelijk kan aanhaken bij zo’n groepje blijkt dat het tempo wel een stuk lager ligt dan gehoopt. Dan is het een kwestie van maar gewoon door trekken op dit tempo, op jacht naar het volgende groepje. Trouw neem ik de gels op 9, 16 en 24 km. De ontspanning blijft en er is geen moment dat ik bang ben dat ik in zal storten.
Erik vertelde me dat hij had gezien dat in de laatste km’s nog aardig wat tempo gemaakt kan worden. Wanneer ik die laatste kilometers in ga, word ik ingehaald door een jongen die ik een paar honderd meter kan bijhouden, daarna moet ik hem toch laten gaan. Hij pikt dit niet en zegt dat ik aan moet haken. Dat lukt me en dankzij hem kan ik het tempo weer aardig oppakken. Het laatste gedeelte is het inderdaad aardig dalen. Het enige wat jammer is dat je dan terecht komt in de staart van de halve marathon èn van de 30 km. Ik roep aardig wat keren heel hard “Linksachter!” en dender zo naar de finish. 02:07:21 zie ik op mijn klok en daar ben ik zeer tevreden mee. Al snel ligt de focus weer op de komende weken. Even goed herstellen en met de handrem erop trainen. Want voor je het weet is het 10 April.