Er staat een rijtje afgetrainde mensen voor een pand aan de hoofdstraat van Leadville. Een straat zoals je die kent uit de Western films: stoffig ogend, houten Saloons, veel 4×4 auto’s en de cowboy hoed die nog altijd in de mode is. Het pand met de rij is de Leadville100 race office. In de houten schommelstoel voor het pand op de stoep zit een local op leeftijd met een trucker cap en een klassieke pilotenbril. Het is Bill. Bill heeft een big smile: dit zijn dé dagen van het jaar! Hij is fan van ultra running, al tientallen jaren. En in het bijzonder fan van ‘zijn’ Leadville100, een klassieker die in 1983 voor het eerst werd georganiseerd. Hij heeft de race zelf nooit gelopen, maar kent alle toppers, finishers en repeaters bij naam. Iemand van de organisatie roept Bill: ‘Ian (= Ian Sharman) is already here, he’s over there’! Zijn big smile wordt nog groter. Ian is na zijn winst in 2015 weer de gedoodverfde winnaar. Iedereen praat even met Bill. Hij deelt warme handen, schouderklopjes en hugs uit.
Hij mist de man uit Colorado Zach Miller: “he’s running next week in ‘your Alps’ right”? Hij heeft hoge verwachting van deze snelheidsduivel voor de UTMB. Het treffen met Bill laat veel positieve energie achter. Ik kom er later achter dat er een geweldige mooi docu door Salomon TV over hem is gemaakt “The biggest fan”. Net hier aangekomen en meteen al gekregen waar ik voor gekomen ben: een indruk krijgen van de (Ultra) Trailrunning scene in de USA. En vooral de verschillen met Europa ervaren. Niet alleen kijkend naar de bergen en de technische graad van de paadjes. Maar vooral ook de sfeer die dit soort uitdaging glans geven.
De pasta party op donderdag is bij een lokaal eetcafé in Leadville. Meer café eigenlijk dan eten, dat is opvallend te noemen voor de States. Ik kijk uit op de Silver Dollar Saloon, het meest karakteristieke pand van het dorp. De live muziek is in country style. De gitarist / zanger heeft er denk ik al een keg ingegoten en een slof sigaretten weggewerkt. Zijn stem is rauw, zijn muziek sferisch. Naast me zit een man die net de beermile heeft gelopen. Door zijn kegel heen zie ik een baard en truckercap, de Colorado dresscode Hij heeft wel eens in Winschoeten gelopen. What the heck, how did you end up there? vraag ik hem. Als je toch kunt kiezen tussen de bergen van Colorado en 10 rondjes boven Groningen… Hij is hier nu als pacer. Een begrip dat we hier in Europa op de Trails niet kennen. De laatste 50 mijl van de race mag je laten vergezellen door 1, 2, 3.. pacers. Lange stukken, korte stukjes, ze mogen je spullen dragen, navigeren, motiveren, alleen niet voortduwen of trekken. Er is zelfs een stuk van de briefing speciaal voor pacers opgesteld. Het is niet zo maar een taak, maar een eervol samenspel met de loper waar, naast gezamenlijke voorbereiding, ook karaktereigenschappen bij komen kijken: “This is your race too!” zegt de briefing, om aan te duiden hoe serieus die taak genomen moet worden. De meeste lopers hebben ook een crewteam (die van VP naar VP reist). Mooi om te zien dat deze 100 mijler dus bij lopers van alle niveau’s als team wordt aangepakt.
De dag voor de race wordt de briefing gehouden in de sportzaal van een middelbare school. Naast de 700 trailers zitten de crew en pacers in de zaal. Zo’n 2.000 man luistert naar de burgemeester die iedereen welkom heet. Jogging broek en sneakers aan, het geeft de race en het dorp het karakter dat ze graag willen laten zien: mijnwerkers mentaliteit, down-to-earth, iedereen is gelijk en motiveert elke loper van start tot finish. De zoon van de burgemeester loopt ook mee. Zelf is hij verantwoordelijk voor het managen van VP4. Alle verantwoordelijken voor de VP’s worden bij naam genoemd. Het is eervol werk, 2.000 man klapt op voorhand al voor deze vrijwilligers. De toon is gezet: hand in hand aan de kant van de organisatie. De ‘100’ leeft bij alle dorpelingen. Er is waardering vanuit de lopers, die er tijdens de race weinig tijd voor zullen hebben.
De grondleggers van de Leadville100 Ken Chlouber en zijn vrouw Marilee krijgen het woord. Marilee voelt zich de moeder van de renners en geeft het warme welkom. Ken is een oud mijnwerker en duuratleet en heeft een aantal quotes die hij deelt met de zaal. “Make friends with pain, and you will never be alone”. Bij de volgende quote laat hij iedereen in de zaal staan en de zinnen 3x herhalen. “You’re better than you think you are. You can do more than you think you can.” Ken zijn woorden komen bij mij binnen. De buckels worden getoond. De man met een buckel van bokskampioen formaat is 14 x finisher. Hij krijgt ook nog even een warme douche van Ken. Net als de Leadmen: mannen en vrouwen die de Leadville100 een week eerder ook al hebben gefietst! De ultieme endurance atleten?
Het is 04.00 uur op zaterdagmorgen: raceday! Ik heb voor het eerst in 6 dagen rustig kunnen slapen. De gevoel van ‘hoge staat van paraatheid’ is door mijn 6 dagen acclimatisatie net op tijd weggezakt. De nacht is fris, onder de 10 graden. Dat is zo gek nog niet, op 3.100 meter (niveau van de start) kan het een stuk frisser zijn. In het startvak loopt een dame van de organisatie die naar me toekomt: Wow, you guys are awesome! Eh.. we moeten nog starten en nog zien te finishen, zeg ik. No, no: you signed up, you showed up. You’re brave! Een hele andere manier van denken dan wij hier in Nederland kennen. Voor hen is elke starter al een held. Ik vind het een mooie benadering: het proces van inschrijven, training en planning is voor mij ook een opgave geweest. En nog geen 3 weken daarvoor moest ik nog ziek de strijd staken na 85km racen in de Pyreneën. Een belangrijke drijfveer voor mij om m’n vorm van 3 weken daarvoor vandaag ook te kunnen laten zien.
De 4×4 truck staat voor de eerste rij lopers. Ken jaagt ons met zijn shotgun de donkere tracks op. Het is muisstil, alleen voetstappen en wat gerochel. Ik kom in een treintje met een Australiër en een Japanner. Schaars goed, die buitenlanders in deze ‘high country’. De race op deze hoogte wordt grotendeels alleen door Colorado bewoners aangedurft. In de flow staan we opeens midden in een donker bos. Verkeerde lintjes gevolgd? Shit.. wakker worden! We lopen het pad langs Turquoise Lake weer op, en vinden ergens verderop in het veld weer de single track de goede kant op. Ik ontdek al vroeg dat die mijlen een stuk onoverzichtelijker wegtikken als kilometers en dat rekenen vandaag extra lastig wordt. In de crew briefing stond al duidelijk “your runner will get stupid, they rely on the crew’s brain”. In mijn geval moet dat mijn eigen brain zijn. Ik ben hier zonder crew team of pacers gekomen.
De afwisseling qua ondergrond is de eerste 20 mijl niet zo groot. De Pipelines sectie gaat soepel omhoog (naar 11.160ft) en zoef ik naar beneden. De hoogte lijkt tot zover goed te doen. De passages door de VP / crew zones zijn geweldig. Het publiek dat op de been is motiveert enorm. Via het Twitterkanaal van de organisatie wordt de dag voor de race een persoonlijke foto en m’n startnummer gedeeld. Mensen die dit hebben opgepikt maken even persoonlijk contact. Ik heb een eigen drop bag strategie gemaakt. En meer spullen in mijn rugzak mee, omdat ik niet precies kan inschatten wat ik wanneer nodig zal hebben. Je zal dan maar net je handschoenen in de drop bag hebben liggen die je al bent gepasseerd… Overdag is het 25+ graden. Voor de nacht belooft het anders.
De opvolgende rivierpassages komen tot kniehoogte. De meest sfeervolle VP van de dag (Twin Lakes / 40 mijl) ligt dan net achter me. De beklimming naar Hope Pass is lang en steil. Of is dit vooral de hoogte die zich laat gelden? Een surrealistisch gevoel krijg ik als ik bij de verzorgingspost aankom waar de verzorgers de spullen met lama’s naar boven hebben gebracht. Ik werk mn soep naar binnen en ga door voor die laatste stretch naar de top. Wow.. het dak van de race is bereikt! Dit dak van de race ligt op ongeveer 3.900 meter hoogte.
De afdaling naar het 50 mijl punt (Winfield) is ongelijk maar loopt redelijk soepel. Toppers King, Sharmann en Olson komen hier al naar boven. King en Olson zie ik ook puffen op een manier zoals je dat kent van de laatste stappen naar de top van Everest. The race across the sky heeft vat op elke loper hier. Ghost town Winfield is hét punt om goed bij te tanken en de weg terug te pakken. Ik kom daar meer gaar dan gepland aan. De 50 mijl in 10 uur (top 30) is te snel. Maar dat is altijd achteraf bezien. Ik bedenk me op dat moment dat ik al verder ben gekomen dan de Taramuhara’s in 1992 bij hun debuutrace hier.
Winfield is een belangrijke passage in de race. De heel pak lopers vindt hier zijn waterloo. Voor mij komt er ondersteuning uit onverwachte hoek! Een pacer wiens loper is uitgevallen wil me ondersteunen terug over Hope Pass. Ik maak kennis met Doug. Een kerel uit de Westkust op leeftijd, die ook voor het eerst in dit gebied is. Het wordt een win-win: hij kan mee dit fantastische berggebied in en zich nuttig maken met zijn ondersteuning. Op z’n Amerikaans hangt hij twee handbottles aan de handen en gaan we op pad. Op de weg terug naar de top van Hope Pass komt de man met de hamer zich melden. The race across the sky wordt er voor mij één met sterretjes. Richting de top ga ik op bijna elke steen zitten: dizzy en een protesterende maag. Prettig gegeven als je jezelf op commando hebt leren spugen (ervaring uit de Pyreneeën). “Zo snel mogelijk over die top heen en weer afdalen”, zegt Doug. Hij maakt nog wat foto’s en verder stop hij me regelmatig wat motiverende woorden toe: ‘awesome’ en ‘mighty legs Marc’. Zelfs een nuchtere Hollander kun je daar op dat moment een stap verder mee brengen.
Naast de lama’s van de verzorgingspost op Hope Pass ga ik een half uur in het gras liggen. Probeer wat te eten, maar op deze hoogte gaat dat nauwelijks. Als ik verder afdaal krijg ik weer energie. Bizar om die boost te ervaren na een kilometer of 90! We lopen door het koele bos naar beneden. Doug landt met één van zijn passen op een wespennest. We worden allebei direct een aantal keer gestoken. En besluiten dat alleen een paar scheldwoorden helpen, er verder niets aan te doen is. De rivier passages zijn een verfrissing. Ik besluit alle droge sokken en schoenen in de verschillende drop bags te laten liggen. Geen aandacht besteden aan iets wat gewoon goed zit. Bij Twin Lakes (60 mijl punt) neem ik met een paar dikke high fives afscheid van Doug. Zijn taak als inval-pacer zit er op. Het was een mooie en waardevolle ontmoeting. Ik vraag hem morgen naar de finishers ceremonie te komen.
Op de VP op mijl 76 is ook nog veel volk wakker. Het is donker en de kou dient zich aan. Ik raak tijdens het bijtanken met warme choco aan de praat met een jongen van de Leadville Outdoor School. Hij heeft wel interesse een stuk mee te lopen en maakt zijn spullen klaar: 10 mijl meelopen is zijn plan, dus tot de laatste VP. Onderweg raak ik verder aan de praat met deze Dylan. Op dit moment ben ik van de korte gesprekken en blijven zijn vragen beperkt beantwoordt. Het ultralopen vindt hij boeiend, is onbekend terrein voor hem. Het feit dat ik wil dat hij meedenkt over ‘onze snelheid’ om onder die 25 uur te duiken begrijpt hij niet. Je gaat de finish toch halen? Hij besluit te gaan zingen, prima om zo de nacht een stuk door te komen. Bovenaan de eindeloos lange Powerlines staat een niet ingeplande verzorgingspost. Het is op eigen initiatief van een aantal bijzondere mensen. Ze komen met carnavalkostuums uit de bosjes zetten. Er staat bier, whisky en een joint op de kaart (wiet is legaal in Colorado). En verder nog wel wat normale VP zaken. Ik pas voor een groot deel van de menukaart, besluit zo nuchter mogelijk Leadville weer wil halen. Ik merk dat mijn pacer langzaam door zijn energie aan het raken is. Hij is ruim over zijn vooraf geplande 10mijl heen en zijn hoofdlamp sputtert. Kak, moet ik mijn pacer op sleeptouw gaan nemen? Zijn hoofdlamp begeeft het nu helemaal en zijn hardlooptempo omhoog haalt het tempo van mijn powerhiking niet meer. Ik weet dat er maar 1 manier is om nog onder die 25 uur te duiken: hem bij de doorgaande weg achter te laten zodat hij ‘ergens’ naar toe kan liften. Dat voelt pas OK als hij 3 x benadrukt dat hij wel goed thuis zal komen. De knop gaat weer om en in het pikdonker maak ik mijn weg over de lange donkere dirtroads. Ik kom een 4×4 tegen met een Leadville logo op de zijkant. Het raampje gaat naar beneden, Ken zit achter het stuur. Hoe ver is het nog, kan ik nog voor de sub 25 gaan of is dat verspeelde energie? Hij is kort van stof. “It’s about 4 miles. You should go for that big buckle man!” Het klinkt als een order.
Door de hoge bomen is Leadville pas op het laaste moment een zichtbaar doel. Om 04.48 uur kom ik de verharde weg onderaan het dorp opgelopen. 12 minuten voor 800 meter heuvelop klinkt als haalbaar, maar op dat moment ook wel als een sprint. Er staan nog mensen langs de weg die weten dat ik op het randje van de sub 25 loop. De klok aan de finish staat stil op 24 uur 56 min en 35 seconden: de big buckle is binnen! Wat een beloning om hier de laatste 5 uur mee bezig te zijn. Het is inmiddels rond het vriespunt en daardoor stil en leeg in het dorp. De voorruit van de autoruit moet ik krabben. Ik bel met thuis en probeer in het Motel te slapen. Via Facebook leg ik nog contact met Dylan, die gelukkig door een passerende auto is meegenomen en ook net thuis is gekomen. Gelukkig, het voelde behoorlijk katerig hem na zijn ondersteuning daar aan de rand van het bos achter te laten. De adrenaline en mijn systeem dat op z’n kop staat zorgen ervoor dat ik slechts een paar uur slaap.
Tijd voor de ceremonie! Ook dat hoort er in deze setting natuurlijk bij. Zo’n 350 van de 700 lopers hebben de finish binnen de 30 uur gehaald en komen in deze gezamenlijke setting hun buckle ophalen. Doug tref ik direct tussen de 2.000 andere aanwezigen. We delen de mooie ervaringen van de race. Ik zoek Ken op en dank hem voor de bijzondere sfeer die hij met zijn organisatie neerzet. En zijn motiverende woorden net voor het einde. So you did get it eh? You can do more than you think you can! The Ultimate fan Bill tref ik bij de locale koffietent. Het is hét trefpunt van lopers met elk hun verhaal. Tuurlijk wil hij daar ook weer onderdeel van zijn. De Leadville100 is voor ons allebei een ervaring met een gouden rand!
Met speciale dank aan New Balance voor het organiseren van het startnummer.
Meer informatie:
Website Leadville 100
Cijfers:100mijl / 4.800D+ / start- en finishpunt 3.100m / hoogste punt 3.850m (2x)