Teveel nadenken tijdens de Zevenheuvelenloop Marlou en haar race.

Scroll this

Het is zondag. 20 november. De dag van de Zevenheuvelenloop. Hier keek ik al heel lang naar uit. Na een onrustige nacht word ik, zoals zo vaak de afgelopen weken, voor de wekker wakker. Het is 07.00. Shit, ik had al zo’n moeite met in slaap komen. Ik twijfel. Alweer. Het is niet de eerste keer deze week. Moet ik wel gaan? Of moet ik niet gaan? Hoe voel ik mij eigenlijk? Die heuvels, dat weer. Ik heb geen zin. Waarom zou ik gaan? Als ik geen zin heb, dan ga ik toch gewoon niet. Wie bepaald dat ik die wedstrijd moet lopen. Wie bepaald dat ik weer teleurgesteld moet zijn. Niemand, toch? Maar waarom zou ik thuisblijven? Wat schiet ik daar mee op?

Niets schiet ik daar mee op. Dus sta ik toch om 10.00 mijn Caffè Americano bij de Starbucks te bestellen en stap ik met een heleboel leuke mensen in de trein naar Nijmegen. Niet wetende waar de harde wind, regen, heuvels en mijn mentale toestand mij gaan brengen. Het enige dat ik weet is dat ik straks 15 kilometer door weer en wind moet gaan lopen.

Ik sta in het grijze startvak. Een startvak helemaal vooraan. Vooraf is mij verteld dat dit het startvak voor de genodigden is. Nou genodigd ben ik niet, want ik heb mijzelf ingeschreven. Inschrijfgeld heb ik niet hoeven te betalen. Heel gek vond ik dat. Ik heb nog gebeld en gevraagd of ze een foutje hadden gemaakt. Dat was niet. Ik zou een potentiële prijswinnaar zijn volgens de organisatie van de Zevenheuvelenloop. Klopt natuurlijk niet helemaal. Ik denk dat ik nét binnen de uiterste tijd voor ‘genodigden’ val. Want hallo, Susan Krumins (Kuijken) is natuurlijk de held van de Zevenheuvelenloop.

‘Op het einde trek ik nog een sprintje. Een meisje, dat ik had ingehaald, komt opeens voorbij gesprint. Dit laat ik mij niet gebeuren.’

Enfin. Ik sta onwennig en afwezig in het grijze startvak en heb een dixi bijna alleen voor mijzelf. Dat is wel heel fijn. Dat afwezig zijn, dat is niets nieuws. De afgelopen weken zit mijn hoofd een beetje vol. Dus ik sta inderdaad aan de start van de Zevenheuvelenloop, maar ik ben er niet echt bij dit keer. Heel veel zenuwen voel ik dan ook niet. Met een paar minuten voor de start word ik ruw wakker geschud. Het startvak achter mijn startvak heeft groen licht gekregen en mag zich aansluiten. En dat voel ik. Van alle kanten duwen alle fanatiekelingen mij aan de kant. Heel even denk ik dat ik geplet word. Maar dat valt uiteindelijk wel mee.

lrtw_zevenheuvelenloop3

Zodra het startschot gaat, is het een beetje vaag. Ik hoor mijn vriendinnetjes op de tribune mijn naam schreeuwen. En ik weet dat ik nog gezwaaid hebt. Maar vanaf dat punt, kan ik alleen nog maar de strijd in mijn hoofd terughalen. Een gedetailleerd raceverslag van kilometer één tot en met de finish zit er helaas niet in. Want ik kan de race niet meer zo goed terughalen. Ik weet niet eens meer hoe hard het waaide. Want weet je? Ik ben niet zo’n sterke mentale loper. Ik heb — normaal gesproken – sterke benen en en een sterk lijf. Hier vertrouw ik op. Alleen dat mentale. Dat blijft een dingetje. Als het niet lekker gaat tijdens een race of als ik gewoon even niet lekker in mijn vel zit. Dan zijn de kilometers niet het probleem. Maar juist mijn koppie.

‘In 2017 ben ik terug. Hoe en wat ik ga doen. Dat weet ik nog niet.’

15 kilometer lang praat ik tegen mijzelf. Hoezo vermoeiend. I know. Al is het wel een soort van opbeurend. Bij de heuvels zeg ik tegen mijzelf: “Rustig aan, neem je tijd, verspil niet teveel energie.” Bij de dalingen zeg ik tegen mijzelf: “Oké Lou, laat je vallen, herstellen en tijd pakken.” Soms komt daar ook nog bij dat ik opeens denk dat ik vlieg. Dat ik denk:”Wow, wat gaat dit goed zeg, dit moet ik volhouden.” Helaas spoken er ook heel vaak andere dingen door mijn hoofd. Niet- hardloop-gerelateerde dingen. Dingen die niet helemaal goed gaan, waar mijn hoofd van vol zit. Die moet ik dan weer ‘weg’ zien te praten. Vandaar dat opbeurende.

Naast mijn tempo en de mentale strijd in mijn hoofd, probeer ik ook nog gewoon te lopen. En te genieten. Dit keer was het vooral een mentale strijd. De laatste meters, die bij de Zevenheuvelenloop bergaf zijn, ben ik alleen maar tegen mijzelf aan het zeggen dat ik nog even, heel even, moet doorzetten. Dat ik dit kan. Want hardlopen daar ben ik goed in. Ik probeer mij af te sluiten. Dat lukt redelijk.

lrtw_zevenheuvelenloop2

Op het einde trek ik nog een sprintje. Een meisje, dat ik had ingehaald, komt opeens voorbij gesprint. Dit laat ik mij niet gebeuren. Ik probeer haar voor te blijven. Het stomme? Ik weet niet eens meer of ik haar nog ingehaald heb. Zodra ik over de streep ben, druk ik mijn Garmin uit en zie ik mijn tijd: 1.02.15. Geen PR. En niet de tijd die ik wilde lopen. In eerste instantie ben ik boos en een beetje teleurgesteld. Dat het weer niet lukte. En nu? Nu ben ik wel tevreden met het eindresultaat. Vooral gezien de omstandigheden. In 2017 ben ik terug. Hoe en wat ik ga doen. Dat weet ik nog niet. Maar ik heb nog even de tijd om na te denken. Toch?

Hoe ging de Zevenheuvelenloop bij jou? Kan jij je koppie uitschakelen tijdens een race of ben jij ook altijd in gevecht met dat duiveltje en engeltje op je schouders?