Ik race, dus ik ben

Scroll this

Racen is fantastisch! Je hart en longen maken overuren en je brein geeft tegenstrijdige berichten door. Je voelt spanning vooraf, ontspanning achteraf. Racen dwingt je tot het uiterste en gek genoeg kan je altijd meer dan in trainingen. Spelt een startnummer op, laat een klok lopen, zet supporters langs de kant en een mooie strijd met jezelf is een feit.

In mijn hoofd telt er momenteel maar één race: de Two Oceans Marathon in het wonderlijke Zuid-Afrika. Maar dat betekent niet dat ik geen test-races mag lopen. Zo stond gister de 30 km in Schoorl op het programma.

Geen gas terug
Het verschil van test-races en races that matter zit hem in de trainingsarbeid in aanloop naar de race. Voor een test-race neem je geen gas terug en train je ongestoord door. Voor een race that matters bouw je een taper-periode in waarin je lichaam als een Duracell-batterij volledig wordt opgeladen.

Aan de start van Schoorl verschijn ik dan ook niet fit. Dit heeft twee oorzaken. 
De eerste oorzaak: het trainingsschema dat mijn lichaam weinig rust geeft. Zo liep ik donderdag twee keer op een dag. Two-a-days zijn niet mijn favoriet ben ik nu achter. De eerste training startte om 5:15 uur en stond in het teken om mijn vetverbranding aan te spreken. Vet gebruiken als brandstof tijdens hardlopen heeft de voorkeur boven brandstof uit suikers. Je kunt uren achter elkaar lopen op vet, met alleen suikers is de tank ben je na ongeveer anderhalf uur leeg. Het lichaam protesteerde flink tegen deze ochtendexpeditie, het lichaam heeft immers geen boodschap aan theorieën over verbranding. Het wil gewoon slapen, net zoals andere lichamen wil het rusten.

De tweede training wilde ik direct na mijn werk doen. Maar mijn maag protesteerde en liet weten dat mijn lichaam honger had. Ik at snel een hapje en sleepte mezelf rond 20:30 uur de deur. Dit is een van de weinige keren dat ik het gevoel van MOETEN had in plaats van mogen.

De tweede oorzaak: een verjaardag op vrijdagavond met flink wat biertjes. Was dit slim? Nee! Heb ik door dit feestje een leuker weekend gehad? Ja! Niet zeuren dus en de consequenties ervaren in Schoorl.

Schoorl, een vrolijk weerzien
Twee weken terug liep ik midden in de nacht te stoempen in Schoorl. Nu zit ik in een pendelbus van Alkmaar naar Schoorl. Een aantal mannen van middelbare leeftijd vertellen stoer aan drie studentes dat zij vandaag 30 km lopen als voorbereiding op de marathon van Rotterdam. Een van de studentes vraagt zich hardop af of ze ook klaar zal zijn voor een marathon in april. Haar vriendinnen verklaren haar voor gek en zeggen dat ze nauwelijks ready is voor de halve marathon die over een uur start. De stemming is goed en iedereen heeft er zin in.

schoorl-edgar

De weergoden vinden dat zij iets goed te maken hebben na de nachtelijke expeditie van twee weken geleden. Het geweldige natuurgebied rondom Schoorl ligt er perfect bij. In plaats van trailschoenen trek ik mijn geliefde wedstrijdschoenen aan. Ik neem vijf energy gels mee, elke 5 km zuig ik zo’n lekkernij op. Het plan is om de eerste 15 km in zone 3 te lopen en de laatste 15 km in zone 4.

Het startschot klinkt en de deelnemers zoeken ongemakkelijk een plekje op het asfalt om in zijn of haar ritme te komen. Ik ben erg benieuwd met welk tempo ik kan lopen in zone 3. Gelukkig blijft mijn hartslag relatief laag en mag ik lekker doorstampen. Rond 7 km ben ik het lopen op mijn hartslag zat en wil ik harder gaan. Ik moet mezelf meerdere keren tot de orde roepen en zeg tegen mezelf: “Op kilometer 15 mag je harder!”. Met een grote glimlach passeer ik de borden met 12, 13, 14 km. Maar na het 15 km bord krijg ik de wind vol op mijn neus met als gevolg: een hoge hartslag maar geen hoger tempo.

Ik voel me als de hongerige hyena Ed (dat kan geen toeval zijn) uit de Lion King die wordt tegengehouden door Scar. De hartslag zakt niet meer, ook niet nadat de wind afneemt. Ik wil gas geven maar dit lukt dus niet. Ik kalmeer mezelf en probeer stoïcijns door te lopen, dit lukt tot kilometer 27. Er komt iemand vlak achter mij lopen, het is natuurlijk lekker om uit de wind te blijven achter iemand van 1 meter 96. Vanaf dit moment telt er maar één ding: deze man gaat niet voor mij finishen. De laatste 3 km gaat de war-modus aan en kijk ik niet meer op de klok. Stiekem hoop ik dat iemand uit het publiek mij een Rambo-hoofdband aanbiedt. Mijn strijdplan is om hem even het idee te geven dat ik opgeef om vervolgens bij het Running Junkies Cheerpoint wat gas bij te geven. Net voorbij het 28 km punt versnel ik. Ik kijk mijn rivaal aan maar hij kijkt uit zijn ogen alsof hij blij is dat-ie overeind blijft. Het is dus nooit een echte strijd geweest met deze beste man, maar eentje die ik verzon in mijn hoofd. Toch voelt dit strijden heerlijk en met een grote grijns finish ik deze geweldige loop. Wat is racen toch mooi!

Nagenieten
Snel kleed ik me om, want wil graag het Nederlands Kampioenschap op de 10 km zien. Hier laten alle Nederlandse toppers zien hoe hard zij kunnen racen. De koppies staan strak en de focus is daar. Ondanks dat de mannen een tikje harder lopen vind ik de dames interessanter om naar te kijken. Met veel belangstelling volg ik Jip Vastenburg. Zij wordt getraind door Johan Voogd, in een ver verleden heb ik ook onder hem MOGEN trainen. Jip heeft een mooie en sierlijke loopstijl, ik vergelijk haar altijd met Bambi (alweer een Disney vergelijking inderdaad). Verder is het een intelligente en nuchtere dame. Jip is ook een winnaar. Dat laat ze ook zien in Schoorl. Ze klokt de winnende tijd van 33:07 en loopt dus 18,1km per uur! Een mooie afsluiting van het weekend.