Je hebt je eerste marathon gerend en denkt dan: wat nu? Voor wie zijn eigen grenzen wil verleggen is er de Ironman: 3.8 km zwemmen; 180 kilometer fietsen en 42 kilometer rennen. Ik deed er in juni aan mee. Hierbij mijn raceverslag met als doel onder de magische 10:00:00 grens te komen.
Woensdag weggereden uit Nederland om lekker relaxt aan te kunnen komen en een beetje te kunnen wennen aan de temperatuur in Oostenrijk (het was 32 graden). Onderweg een mooi meertje uitgezocht om nog 40 minuten te zwemmen. Daar werd ik met de neus op de feiten gedrukt: dit was pas de tweede keer in het seizoen dat ik buiten zwom. Oriëntatie was ver te zoeken en kwam erachter dat ik een afwijking naar links had dus zwom kriskras door dat meer. Slechte zaak. Ik had me voorgenomen meer buiten te oefenen maar vond voor mezelf toch elke keer een goed excuus om gewoon het zwembad in te duiken. Ik moest het er maar mee doen.
Fingers crossed dat het zwemmen door zou gaan en ik niet voor niks een half jaar in een overbevolkt Marnixbad file had gezwommen.
Eenmaal aangekomen ingecheckt (alles was in tegenstelling tot de ICAN tot in de puntjes geregeld) en gelijk het fietsparcours verkend met de auto. Mooi heuvelachtig met een paar klimmetjes, een aantal rechte stukken en wat valsplat naar beneden. Het zag er prima te doen uit en met 1600 hoogtemeters was dat het ook.
Ondertussen waren twee vrienden van me ook aangekomen en hadden we een mooie support crew om ons heen verzameld, waar ook m’n vriendin en ouders onderdeel van waren.
Ik had een tip gekregen om de dag voor de race 20 minuten te zwemmen, fietsen en te hardlopen. Uiteraard braaf het advies opgevolgd. De 20 minuten hardlopen onder de brandende zon vielen me erg tegen en ik vroeg me af hoe het met het weer de volgende dag zou staan. Er was vooral heel veel onweer en regen voorspeld, vanaf ’s ochtends vroeg. Fingers crossed dat het zwemmen door zou gaan en ik niet voor niks een half jaar in een overbevolkt Marnixbad file had gezwommen!
De fiets die ik van een vriend had geleend en de afgelopen maanden op had getraind nog een paar keer dubbel checken, spullen inleveren en naar bed! Om 06:45 uur in de ochtend ’s startte de pro’s en ik was, samen met 2000 andere deelnemers, een aantal minuten later aan de beurt. Ik besloot in het 1:00uur-1:10uur tijdvak te gaan staan. Door de rolling start kon ik mezelf prima positioneren net achter de echte dolfijnen die de 3.8 km onder het uur zwemmen. Mijn plan was om de eerste 500 meter rustig aan te doen – ik had de warming-up die ochtend overgeslagen.
Ik keek naar m’n zadel en zag dat m’n racenummer 3 cm lager zat dan de plek waarop ik ‘m de dag daarvoor had vastgeplakt: m’n zadel was naar beneden gezakt!
Om de paar slagen checken of ik nog goed op koers lag en of ik niet te veel naar links ging. Al snel kwam ik erachter dat ik wel teveel naar links ging. Hoe ik dat moest oplossen wist ik niet, dus stuurde ik om de zoveel meter een beetje bij.
Na 1 km de eerste boei: het werd druk en het was lastig te zien waar de volgende boei lag. Dan maar achter een groepje van 20 man aan. Geen goed idee: na een paar honderd meter keek ik nog eens goed en zag ik dat we veel te veel naar links gingen. Nu is linksaf wel m’n goede kant, maar in dit geval was het niet heel handig. Uit de groep gestuurd, nog een paar trappen na gekregen van jongens die het blijkbaar vervelend vonden dat ik wel de goede kant op ging en hoppa daar was ik: de tweede bocht. Nu recht tegen de zon in en al ping-pongend tussen de boeien aan beide kanten richting het kanaal voor de laatste 1 km. Ik voelde me goed en kon m’n hartslag laag houden terwijl ik wel een prima tempo aanhield.
De laatste kilometer was makkelijk en ik had het gevoel dat ik nog wel wat kracht over had, terwijl de rest van het veld steeds langzamer leek te gaan. Inhalen bleek echter moeilijk omdat er gewoonweg geen ruimte was in het kanaal. Dan maar rustig uitzwemmen en focussen op T1. Ik werd uit het water geholpen en keek op m’n horloge: 1:04:49. Net onder m’n streeftijd van 1:05. Top!
Rennen naar m’n tas: snel voeten afdrogen, sokken en schoenen aan. Zelfs nog wat zonnebrand opgedaan want het weer zag er goed uit. Rennen naar m’n fiets en richting de exit. De eerste kilometers rustig gefietst omdat ik door de wissel in hartslagzone 5 zat. De verleiding weerstaan om achter iedereen aan te vliegen: ik had nog een hele tocht voor de boeg en dit was m’n eerste Ironman, dus geen grappen. Gelletje erin en gaan.
Op dat moment merkte ik dat ik lager op m’n fiets zat dan normaal. Ik keek naar m’n zadel en zag dat m’n racenummer 3 cm lager zat dan de plek waarop ik ‘m de dag daarvoor had vastgeplakt: m’n zadel was naar beneden gezakt! Ik was hier al bang voor: tijdens de training is me dit meermaals overkomen maar na wat carbon pasta was dit probleem verholpen. Achteraf gezien denk ik dat de pasta gesmolten is toen ik m’n fiets in T1 geparkeerd had de dag daarvoor en ie daar een paar uur in de zon heeft gestaan. Gelukkig had ik voor de zekerheid de inbussleutel meegenomen die ik nodig had om m’n zadel te verstellen. Snel van m’n fiets af en zadel omhoog. Stevig aandraaien. Het kraakte en ik was bang de hele sluiting te slopen – wat een nog groter probleem geweest was. Dan maar iets minder hard aandraaien en hopen dat het niet nog een keer gebeurt.
Niet gek laten maken en fietsen. Het probleem bleef zich echter voordoen waardoor ik uiteindelijk 4x moest afstappen om het zadel naar boven te zetten. Het kostte niet alleen tijd maar het leidde ook erg af: ik moest de hele tijd de afweging maken tussen afstappen en tijdverliezen of tijdverliezen omdat ik niet optimaal kracht kon zetten. Niks aan te doen: focussen op mijn circle of influence. Hard trappen dus en roeien met de riemen die je hebt!
Met nog 30 kilometer te gaan was het een moeilijke beslissing. In een split second besloot ik te remmen, om te keren en terug te fietsen.
Met goed tempo de berg op en dan volgas naar beneden was m’n strategie. Topsnelheid zat boven de 70 km/h dus dat ging lekker. Niet te veel geven in de klimmetjes om te voorkomen dat ik mezelf zou opblazen. Ook niet te veel op m’n zadel zitten om te voorkomen dat ie weer naar beneden zou zakken, dus veel op m’n armen geleund (dat heb ik ook wel gevoeld de dag daarna). Eerste ronde zat erop: met 34 km/h gefietst en ik voelde me nog fris. Daar kon nog wel wat extra gas bij! Het begon hard te regenen en ik had geen ervaring met afdalen in de regen dus de eerste paar bochten was het aftasten. De nieuwe banden die ik erop gezet had deden het goed, dus geen rede om me in te houden.
Het steilste klimmetje in het parcours was beduidend zwaarder deze tweede ronde en ik voelde m’n benen verzuren. Op dat moment had ik er nog wel een bergverzetje bij gewild! Gelukkig zag ik dat het bij de rest van het veld ook niet meer van harte ging. Bovenaan wilde ik gelijk naar m’n buitenblad schakelen, maar hij pakte ‘m niet. Nog een keer proberen. Weer niet. Na de derde keer kreeg ik het gevoel dat er iets niet goed was. Even daarvoor was de ketting er ook aan de buitenkant van m’n voorblad afgevallen, waardoor ik wederom moest afstappen. Een paar honderd meter terug bovenaan het klimmetje stond de enige mechanic van het parcours. Met nog 30 kilometer te gaan was het een moeilijke beslissing. In een split second besloot ik te remmen, om te keren en terug te fietsen.
Natuurlijk baal ik ervan dat ik een kwartier stilgestaan heb met m’n fiets.
Ik legde uit dat er iets met m’n versnelling was. Alsof hij door Cor Mantel zelf opgeleid was ging hij aan het werk: hoppa alle schroeven van m’n voor derailleur los. Wat doet hij nou!? Dat krijg je in geen mogelijkheid weer snel goed gezet! Ik probeerde rustig te blijven. Na heel wat gepiel voelde hij aan m’n trapas en tot m’n verbazing schoof hij deze zo’n 2 cm op en neer. “You’re very lucky” zei hij. Als ik 2 km verder gefietst was dan was deze helemaal losgekomen. Ik zou dan in de afdaling zitten waar ik 50, 60, 70 km/h gegaan ben. Dat had lelijk kunnen aflopen. Op dat moment was ik vooraal blij dat hij m’n fiets gefixt had!
Gas erop en gaan.
In T2 aangekomen keek ik op m’n horloge: 5:18:15. Snelle wissel waarbij ik geholpen werd door iemand van de IM crew die m’n tas inpakte: wat een top service! Uiteraard de eerste km te snel gelopen: 4:20. Rustig aan, ik moet nog een marathon! Net zo lang op m’n horloge gekeken en m’n hartslag in de gaten gehouden tot dat ik een goed tempo vond achter iemand die óp de seconde 5:00 liep. Mijn streeftijd, dus perfect. Nu alleen nog 3:30 uur achter hem aanlopen en ik ben er. Helaas besloot hij rustig te pauzeren bij de eerste stop en stond ik er alleen voor. Na km 5 werd ik licht in m’n hoofd en realiseerde me dat ik al een tijd niks gegeten had. Snel een gelletje en een cola erin. Een paar km verder voelde ik me weer prima. Ik kreeg veel energie van de aanmoediging aan de kant! Onze support crew was strategisch verdeeld over het parcours, dus elke 10 km werd ik aangemoedigd. Wat wil je nog meer!
Wat was ik blij en wat was het mooi!
Ik kon m’n tempo goed vasthouden en m’n hartslag zat stabiel in zone 2. Rond het 30 km punt verwachtte ik de man met de hamer. De man kwam echter niet en ik voelde me goed! Bij km 36 riep een vriendin dat ik het onder de 10:00:00 ging halen. Verbaasd keek ik haar aan en begon koortsachtig door m’n horloge te scrollen. Op een of andere manier was dat het eerste moment dat ik m’n totaal tijd bekeek. Ik dacht dat ik zoveel tijd op de fiets had verpest dat dit er niet meer in zat. Met nog 6 km te gaan en 9:35:00 op m’n horloge wist ik dat het lastig ging worden. Versnelling ingezet en gelijk weer teruggefloten door m’n benen toen ik een klein bruggetje op moest rennen. M’n horloge gaf opnieuw een tussenstand: 4:45 per km. Bij lange na niet hard genoeg. Nog wat gas erbij. Ik voelde m’n benen tegenstribbelen. Ik wist dat ik het niet ging redden maar wilde alles eruit halen dus zette verstand op 0 om m’n tempo vol te houden.
De laatste 200 meter heb ik gas terug genomen om te genieten van de rode loper, het publiek en m’n vriendin en ouders op de tribune. Wat was ik blij en wat was het mooi! Een fantastische dag waar ik van genoten heb, veel minder heb afgezien dan ik van te voren had gedacht en ook nog eens een fantastische tijd had neergezet! Ik kwam over de finish en zag dat ik het in 10:01:30 gehaald had.
Natuurlijk baal ik ervan dat ik een kwartier stilgestaan heb met m’n fiets. Natuurlijk baal ik ervan dat ik geen aerohelm opgedaan heb of dat ik niet beter de tijd in de gaten gehouden heb tijdens het rennen. Maar het gevoel van blijdschap en trots overheerst! Ik kijk met een heel goed gevoel terug op de race en de voorbereiding. Stiekem droom ik alweer verder. Iets met Hawaii..