Snel, sneller, snelst. Eigenlijk heb ik daar mijn hele leven al last van. Skiën, snowboarden, autorijden: hoe harder hoe beter. Zo ook met hardlopen. Zoals jullie hebben kunnen lezen in mijn vorige blog, train ik sinds een paar maanden met coach Frank die me ‘langzame duurlopen’ laat doen.
In eerste instantie snapte ik écht niet dat je uiteindelijk het wedstrijdtempo langer kan volhouden als je vaker traint met langzame duurlopen. Inmiddels wordt Frank af en toe gek van mijn vraag hoe het toch kan dat ik mijn snelheid niet verlies door het vele trainen op lage intensiteit (‘Michelle, hou jij je bezig met de vliegtuigen. Doe ik de training’). Ik heb dan ook geaccepteerd dat we nu voorwaarden aan het creëren zijn waardoor ik hogere snelheden langer kan volhouden straks. Maar dat ging niet vanzelf. Ik weet dat het moet, maar soms lijken ze echt eindeloos te duren, die duurlopen. Zeker op zo’n tempo. Verstand op nul en gewoon gaan; dan komen altijd de meest creatieve en gekke gedachtes in me op. Dat vind ik het mooie aan hardlopen..
Waar ik dus ook achter ben gekomen, is dat ik het heel fijn vind om mijn excel trainingsplanning strak bij te houden. Groen is ‘training gedaan’ en rood is ‘training gemist’. Als er een training wordt gemist moet hij dus op rood en dat kan ik moeilijk accepteren. Past een training een keer niet echt in m’n normale dag planning? Dan sta ik dus rustig om 5:30 op om een rondje te lopen (gelukkig wordt het steeds vroeger licht…). En ohja: ik loop het liefst ook met Strava: dat werkt verslavend! Leuk om te zien waar iedereen mee bezig is en het is heel competitief (of dat maak ik er zelf van… anyway: het werkt!). Het blijft lekker om zwart op wit te zien dat je 30 km hebt gelopen. En ik durf ook rustig toe te geven dat ik het echt heel irritant vind als Strava halverwege m’n run uitvalt omdat de batterij van mijn telefoon op is. Toch maar overstappen naar een sporthorloge waar én GPS én hartslag op zit.
Een week na de Groet uit Schoorl run staat er een 2 uur durende loop op m’n schema. Vandaag heb ik ervoor gekozen te gaan lopen in het Amsterdamse bos: een rustige en inspirerende omgeving. Samen met een vriend die aan het trainen is voor de Iron Man in Oostenrijk in juni loop ik regelmatig samen. Wat wel onhandig is aan op hartslag lopen is dat je nooit hetzelfde tempo hebt als diegene met wie je loopt. Ik begin deze duurloop op HF (hartslagfrequentie) 121-131. Dat gaat net ff iets te langzaam voor Bob dus we zijn eigenlijk meteen vanaf het begin uit elkaar gaan lopen. Na een kwartier ga ik in een hogere zone lopen en vervolgens na 50 minuten weer eentje omhoog. Loopt wel prettig, nergens last van en ben heerlijk aan het genieten. Halverwege het bos komen we elkaar weer tegen en lopen we de rest toch gezellig samen.
Wat ook belangrijk is tijdens en na zo’n duurloop is je voeding. Ik train zelf eigenlijk voornamelijk met gelletjes tijdens langere afstanden, niet zozeer met mixdrankjes. Wel drink ik veel water. Dat is ook ideaal aan de Bosbaan: je hebt genoeg kraantjes waar je kunt drinken, zodat je zelf niet al die flesjes mee hoeft te sjouwen. Voor na een intensieve duurloop zijn eiwit-shakes een aanrader. Bob probeert me dan ook al enige tijd aan deze shakes te krijgen. Ze helpen bij het goed en snel herstellen van een intensieve training. Ik vind het zelf alleen echt niet zo lekker en dus heb ik zelf ook (nog) geen ervaring met deze vorm van verzorging. Ik ben wel benieuwd hoe jullie dat doen? Is het aan te raden om dit te gaan gebruiken na intensieve duurlopen? Laat het me vooral weten in een comment! Voor nu besluiten we te gaan lunchen op de Bosbaan: dat vind ik dan weer wél lekker en een goed idee 😉